2.1 Sociaal domein

Wat heeft het gekost?

Financieel overzicht

bedrag x € 1.000

Rekening

Begroting 2023

Rekening 2023

Saldo

Programma

2022

Primitief

Lasten

Baten

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

2023

1.4 Samenkracht en burgerparticipatie

-4.920

-2.924

6.489

592

-5.897

6.164

1.177

-4.987

910

1.1 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen

-1.810

-2.365

2.887

241

-2.646

2.763

268

-2.495

151

1.2 Inkomensregelingen

-3.021

-1.101

8.691

5.088

-3.603

8.397

4.967

-3.430

173

1.2 WSW en beschut werk

-725

-714

785

0

-785

796

0

-796

-11

1.2 Arbeidsparticipatie

-490

-495

516

0

-516

473

2

-471

45

1.1 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

-1.149

-1.222

1.266

0

-1.266

1.261

14

-1.247

19

1.1 Maatwerkdienstverlening 18+

-426

0

0

0

0

0

0

0

0

1.1 Hulp bij het Huishouden (WMO)

-1.873

-2.053

2.053

0

-2.053

2.167

0

-2.167

-114

1.1 Begeleiding (WMO)

-1.863

-675

1.039

164

-875

1.097

169

-928

-53

1.1 Dagbesteding (WMO)

0

-741

800

0

-800

1.083

0

-1.083

-283

1.3 Maatwerkdienstverlening 18-

-6.660

0

0

0

0

0

0

0

0

1.3 Jeugdhulp zonder verblijf overig

-35

-6.033

5.732

0

-5.732

6.856

0

-6.856

-1.125

1.3 Jeugdhulp met verblijf overig

0

-1.000

1.000

0

-1.000

942

0

-942

58

1.3 Jeugdhulp crisis/LTA/GGZ-verblijf

0

-440

440

0

-440

669

0

-669

-229

1.1 Geëscaleerde zorg 18+

-98

0

0

0

0

0

0

0

0

1.3 Geëscaleerde zorg 18-

-401

0

0

0

0

0

0

0

0

1.3 Jeugdbescherming

0

-593

549

0

-549

407

0

-407

142

1.3 Jeugdreclassering

0

0

0

0

0

128

0

-128

-128

1.1 Volksgezondheid

-1.243

-1.272

1.342

0

-1.342

1.340

0

-1.340

1

Totaal saldo van baten en lasten

-24.712

-21.628

33.586

6.085

-27.502

34.542

6.597

-27.945

-444

Reservemutatie

-1.908

0

291

279

-13

915

2.085

1.170

1.183

Resultaat

-26.621

-21.628

33.878

6.363

-27.514

35.457

8.682

-26.775

739

Belangrijkste begrotingsafwijkingen

1.4 Samenkracht en burgerparticipatie (voordeel € 910.000)
Oekraïne (voordeel baten € 772.000)
Dit betreft extra inkomsten voor de crisisnoodopvang. Deze kosten mogen separaat bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in rekening gebracht. Hiermee is in 2e bestuursrapportage geen rekening gehouden. De verrekening van dezelfde kosten uit 2022 is niet in de jaarstukken 2022 opgenomen.

Specifieke uitkering Gezond en Actief Leven Akkoord (SPUK GALA) (voordeel lasten
€ 113.000, nadeel baten € 113.000)

In 2023 is de specifieke uitkering Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) beschikbaar gekomen. Deze is in de zomer van 2023 ambtshalve verleend door het Rijk. Bestaande inzet en regelingen zijn in 2023 aan deze SPUK gekoppeld. Ook zijn enkele nieuwe initiatieven gestart. Met effectief één kwartaal in 2023 beschikbaar om nieuwe projecten en subsidies te initiëren, is het niet gelukt om alle beschikbare SPUK middelen uit te geven.

Specifieke uitkering Gezond en Actief Leven Akkoord (SPUK GALA) (voordeel lasten € 122.000)
In de zomer van 2023 is de specifieke uitkering gezond en actief leven akkoord' (SPUK GALA) beschikbaar gekomen. Hierdoor zijn er bestaande inzet en regelingen ten laste gebracht van deze specifieke uitkering, deels omdat er weinig tijd was voor nieuwe initiatieven. Hierdoor resteert er een overschot aan eigen middelen binnen de begroting. In de eerste bestuursrapportage 2024 en kadernota 2025 wordt het meerjaren financieel beeld 2024-2026 verwerkt, inclusief het effect op de reguliere begroting.

OGGZ (voordeel lasten € 44.000, nadeel baten € 19.000)
Het voordeel bij OGGZ wordt hoofdzakelijk verklaard door een subsidievaststelling uit voorgaande jaren ter hoogte van € 18.000, anderzijds door de extra baten vanuit de uitkering van Amsterdam. Een bedrag van € 19.000 moet worden terugbetaald aan de gemeente Amsterdam.  

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (voordeel lasten € 46.000, nadeel baten € 55.000) worden niet toegelicht.

1.1 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen (voordeel € 151.000)
Specifieke uitkering Gezond en Actief Leven Akkoord (SPUK GALA) (voordeel lasten € 55.000)
In de zomer van 2023 is de specifieke uitkering gezond en actief leven akkoord' (SPUK GALA) beschikbaar gekomen. Hierdoor zijn er bestaande inzet en regelingen ten laste gebracht van deze specifieke uitkering, deels omdat er weinig tijd was voor nieuwe initiatieven. Hierdoor resteert er een overschot aan eigen middelen binnen de begroting. In de eerste bestuursrapportage 2024 en kadernota 2025 wordt het meerjaren financieel beeld 2024-2026 verwerkt, inclusief het effect op de reguliere begroting.

Werkbudget Sociaalteam (voordeel lasten € 36.000)
Er is een voordeel op de lasten van het werkbudget Sociaal team in het taakveld Aalsmeer van € 35.000. De oorzaak van dit voordeel is de combinatie van benodigde inzet capaciteit voor doorontwikkeling van Intensieve hulp in vrijwillig traject (IHV) en het inwerken van nieuw personeel. In het laatste kwartaal is een toename van aanmeldingen IHV zichtbaar, welke voortkomt uit investering in de samenwerkingsrelatie met verschillende partners.

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (voordeel lasten € 33.000, voordeel baten € 27.000) worden niet toegelicht.

1.2 Inkomensregelingen (voordeel € 173.000)
Minimaregelingen (voordeel lasten € 220.000, voordeel baten € 56.000)
Er is een voordeel ontstaan op de lasten van bijzondere bijstand en minimabeleid van € 220.000. Bij de 2e bestuursrapportage is het budget met € 100.000 bijgesteld op basis van de verwachting dat de stijging in het aantal aanvragen voor minimaregelingen en bijzondere bijstand zich in de tweede helft van 2023 zou voortzetten. Deze verwachting had te maken met de stijgende kosten van het levensonderhoud, het aantal aanvragen in de 1e helft van 2023 en het groot aantal aanvragen op basis van de energietoeslag. Uiteindelijk zijn er over het gehele jaar 100 minder aanvragen gedaan dan 2022. In het najaar van 2023 zien we een sterke daling van het aantal aanvragen. Mogelijk heeft dit te maken met de uitbetaling van de energietoeslag.
Daarnaast is er leenbijstand verstrekt aan nieuw gevestigde huishoudens. Deze leenbijstand is bedoeld voor verhuiskosten en duurzame gebruiksgoederen. Doordat het aantal nieuw gevestigde huishoudens is gestegen, zijn de inkomsten € 56.000 hoger dan begroot.

BUIG (voordeel lasten € 111.000, nadeel baten € 178.000)
Het voordeel van € 111.000 wordt veroorzaakt doordat er € 68.000 minder uitgegeven is aan bijstandsuitkeringen dan oorspronkelijk begroot. Daarnaast is er voor een bedrag van € 43.000 minder aan kwijtscheldingen doorgevoerd dan oorspronkelijke begroot.
Aan de inkomstenkant is sprake van een nadeel van € 178.000. Dit wordt verklaard door lagere inkomsten ter grootte van € 107.000 veroorzaakt door minder opleggingen. Hiervoor is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen. Het achterblijven van het aantal terugvorderingen van bijstandsuitkeringen in combinatie met het ontbreken van enkele grote fraudevorderingen kan al leiden tot een dergelijke ontwikkeling. Het overige deel betreft lagere inkomsten van het Rijk ter grootte van € 91.000 veroorzaakt door de afrekening van de Tozo. Een onttrekking van een bedrag van ruim € 20.000 aan de voorziening dubieuze debiteuren, een jaarlijkse technische correctie, leidt tot het nadelige resultaat van € 178.000

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (nadeel lasten € 37.000, voordeel baten € 1.000) worden niet toegelicht.

1.2 WSW en beschut werk (nadeel € 11.000)
Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (nadeel lasten € 11.000) worden niet toegelicht.

1.2 Arbeidsparticipatie (voordeel € 45.000)
Arbeidsparticipatie (voordeel lasten € 43.000)
Aan de uitgavenkant is sprake van voordelig resultaat van € 43.000. De belangrijkste oorzaak is het achterblijven van de loonkosten voor kandidaten voor Nieuw beschut werk. Het aantal beschutte werkplekken is achtergebleven bij het aantal dat oorspronkelijk werd verwacht.

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (voordeel baten € 2.000) worden niet toegelicht.

1.1 Maatwerkvoorziening WMO (voordeel € 19.000)
Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (voordeel lasten € 5.000, voordeel baten € 14.000) worden niet toegelicht.

1.1 Hulp bij het huishouden WMO (nadeel € 114.000)
Hulp bij het huishouden (nadeel lasten € 114.000)
Het aantal huishoudens waarbij hulp bij het huishouden is ingezet is licht gestegen. Doordat mensen langer thuis blijven wonen is er voor inwoners eerder meer dan minder hulp nodig, waardoor het gemiddeld aantal uren dat aan hulp wordt geboden is gestegen. Dit in combinatie met de gestegen tarieven voor deze vorm van hulp zorgt voor een tekort van € 114.000.

1.1 Begeleiding WMO (nadeel € 53.000)
Begeleiding WMO (nadeel lasten € 53.000)
Toegelicht onder 1.1 dagbesteding WMO.

1.1 Dagbesteding WMO (nadeel € 283.000)
Dagbesteding (nadeel lasten € 283.000)
Met ingang van 2023 wordt dagbesteding en individuele begeleiding afzonderlijk verantwoord. Op beide taakvelden is een tekort te zien dat grotendeels te wijten is aan een stijging van de kosten op individuele begeleiding.

Naast de indexering van de tarieven voor individuele begeleiding is het aantal mensen dat gebruik maakt van individuele begeleiding toegenomen. Daarnaast zijn er meer uren begeleiding afgenomen en is de zorgzwaarte (complexiteit) toegenomen. In plaats van de lichtste vorm van begeleiding is er een stijging te zien in de middel tot zwaardere vormen van individuele begeleiding.

Het aantal inwoners dat gebruik maakt van dagbesteding is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar. Tijdens de Corona periode maakte niet iedereen volledig gebruik van de geïndiceerde uren dagbesteding. Door de afgenomen angst voor Corona verzilveren meer inwoners hun volledig aantal uren dagbesteding.

De stijging van de kosten is verder te wijten aan de toenemende extramuralisering van de zorg en het feit dat mensen moeilijker doorstromen naar de WLZ. De vergrijzing, het feit dat meer mensen langer thuis blijven wonen, en de toenemende GGZ problematiek zorgt voor een grotere vraag naar begeleiding. Ook zorgt dit voor een toename in de complexiteit en de inzet van zwaardere ondersteuning.

1.3  Specialistische jeugdhulp (thema 1.3 Jeugdhulp zonder verblijf overig, 1.3 Jeugdhulp met verblijf overig en 1.3 Jeugdhulp crisis/LTA/GGZ-verblijf)
Specialistische jeugdhulp (nadeel € 1,3 miljoen)

Op de drie verschillende taakvelden voor jeugdhulp is een tekort ontstaan van € 1,3 miljoen. In het najaar van 2023 werd nog rekening gehouden met een tekort van € 0 en € 0,5 miljoen op de begroting van € 7,2 miljoen.

Tijdigheid en volledigheid
Het verschil tussen de bandbreedte in het najaar en het huidige nadeel is groot. Hier zijn twee hoofdoorzaken voor. Ten eerste declaraties met terugwerkende kracht. Er zijn de afgelopen jaren veel inspanningen geweest om dit te verbeteren. Bij meer dan 90 aanbieders gaat dit overwegend goed. Er zijn echter enkele aanbieders waar dit ondanks intensief contact nog niet snel genoeg gaat. Ten tweede is in het najaar een erg dure client ingestroomd die met terugwerkende kracht is aangemeld. Hier is indringend contact over geweest met de verwijzer en aanbieder.

Er zijn en worden diverse verbeteracties ingezet ten aanzien van het ramen. Onder meer via controlelijsten wordt er met specifieke aanbieders gekeken hoe de tijdigheid verbeterd kan worden. Verder wordt ook de methode van ramen doorontwikkeld. Deze acties zijn via een raadsbrief in het 1e kwartaal 2024 toegelicht.

Inhoudelijke oorzaken van de stijging
Er zijn twee hoofdoorzaken van de stijging van de kosten. Ten eerste zijn er circa 80 extra jeugdigen in jeugdhulp ten opzichte van 2022. Ten tweede is sprake van een verdere stijging van de zorgzwaarte, zeker bij al complexe trajecten (stijging aantal jeugdigen en stijging zorgzwaarte gaat samen om 0,9 miljoen). Deze trend was in 2022 al ingezet en gedurende het najaar is het niet mogelijk gebleken deze trend te keren. Het merendeel van deze extra jeugdigen wordt verwezen via de huisarts. Het gaat om meer meiden dan jongens en de leeftijd van 12-18 jaar en in mindere mate 6-12 jaar. Hoewel dit een opvallende trend is, zijn de achterliggende oorzaken zeer divers en verspreid over meer dan tien huisartsen en een heel jaar. Inhoudelijk gaat het bijvoorbeeld om hulp bij ADHD, autisme, trauma, angst, conflictscheidingen, somberheid, moeilijkheden thuis.
De derde reden is dat er drie erg dure jeugdigen zijn ingestroomd (ca. € 0,4 miljoen). Het gaat om zeer complexe problematiek waar langdurige en intensieve begeleiding nodig is thuis of in een instelling. Dit is een trend die regionaal en landelijk ook wordt herkend.

Kostenbeheersing
Bij alle verwijzers (gemeente, (huis)artsen, jeugdbescherming), op alle vindplekken (w.o. primair en voortgezet onderwijs, kinderopvang) als op thema’s (zoals conflictscheidingen) zijn concrete acties ingezet zijn om de stijging van kosten tegen te gaan of af te vlakken. In 2023 is zeker 8% van de totale nu verwachte kosten aantoonbaar voorkomen door deze acties. Wij zetten deze acties voort en proberen ze uit te breiden en beter te richten met als doel passende en noodzakelijke jeugdhulp evenals beheersing van de kosten.

1.3 Jeugdbescherming (voordeel € 141.000)
Wijziging verdeling budgetten jeugdbescherming en jeugdreclassering (neutraal € 128.000)
Vanwege de landelijke wijziging in het BBV zijn er verschillende taakvelden ontstaan voor de jeugdbescherming (voorheen geëscaleerde zorg 18-). Voor 2023 hebben we initieel gekozen om het budget en de realisatie te verzamelen op het taakveld 6.82a Jeugdbescherming. Reden hiervoor was dat de splitsing administratief lastig te maken was met de huidige werkwijze van de gecertificeerde instellingen. Met de jaarrekening 2023 hebben we inmiddels voldoende informatie om een betere verdeling te maken over de verschillende taakvelden. Vandaar dat de realisatie nu wel toegerekend kan worden aan beide taakvelden.  

Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (voordeel lasten € 13.000) worden niet toegelicht.

1.3 Jeugdreclassering (nadeel € 128.000)
Wijziging verdeling budgetten jeugdbescherming en jeugdreclassering (neutraal € 128.000)
Zie bestuurlijke toelichting 1.3 Jeugdbescherming

1.1 Volksgezondheid (voordeel € 1.000)
Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (voordeel lasten € 1.000) worden niet toegelicht.

Reservemutatie (voordeel € 1.170.000)
Egalisatiereserve sociaal domein (nadeel lasten € 915.000, voordeel baten € 2.085.000)
In de motie RAP-raad is aangegeven dat tekorten binnen het sociaal domein binnen het programma van het sociaal domein opgelost dienen te worden, omdat binnen het sociaal domein een aantal open einde regelingen geldt met de bijbehorende risico’s en het daarnaast tijd kost om effecten van beleidskeuzes financieel te zien. Deze reserve is bedoeld om incidentele tekorten binnen het sociaal domein in een bepaald jaar te verrekenen met incidentele overschotten in een ander jaar. De individuele toelichtingen op de afwijkingen zijn hiervoor opgenomen.  
Er zijn ook afwijkingen waarvoor het Rijk een compensatie geeft, zoals Oekraïne en energietoeslag. Deze egaliseren niet via de egalisatiereserve sociaal domein, maar zijn onderdeel van het rekeningresultaat.
De resterende afwijkingen op de lasten binnen programma 1 zorgen voor een nadeel en daarmee een hogere onttrekking aan de reserve van per saldo € 1.170.000. Omdat deze onttrekking niet geraamd was is dit een voordeel. Per saldo is het effect hierdoor binnen programma 1 budgetneutraal.

Deze pagina is gebouwd op 05/31/2024 13:14:07 met de export van 05/31/2024 13:08:45